Aanvankelijk werkte Frida in het platte vlak. Teken- en schilderlessen kreeg ze van Andries Minderhout.
Al vroeg werd Frida gegrepen
door het driedimensionale werk. De opleiding klassiek beeldhouwer kreeg ze van Peter de Jong. Door in brons, mortel en keramiek te
werken heeft ze zich in de loop der jaren steeds verder ontwikkeld. Haar inspiratie vindt ze veelal in de mens: forse vrouwen, stoere
mannenen, speelse kinderen. Haar beelden bevinden zich vaak op de grens van stilstand en beweging.
Al een flink aantal jaren is Frida toch weer aan het schilderen, daarbij tot voor kort begeleid door Teun Nijkamp.
Via de workshops bij Rinus Rentmeester is zij in de ban geraakt van het werken met glas.
Beeldend is zij steeds op zoek naar de ultieme balans tussen lijn en vorm.